Jasper & Wibke on the move

Een ander Australië / Ein anderes Australien

Na een maand aan de oostkust werd het tijd de stranden en palmen gedag te zeggen en een kleine twee weken ieder onze eigen weg te gaan. Een soort van vakantie binnen een vakantie ;-)

Zoals gezegd is Jasper naar Melbourne gevlogen en is Wibke een paar uur later naar Alice Springs gegaan. Omdat Jasper op zijn vorige trip (twee jaar geleden) al de reis door de Outback van Alice naar Adelaide gemaakt had, wilde hij liever zijn vrienden in Melbourne bezoeken, naar de cd-presentatie van één van hen gaan (Charles Jenkins & the Zhivago's - Blue Atlas) én - heel belangrijk - de Grand Prix Formule 1 van Melbourne niet missen. En dus was het; Wibke, alleen in de grote wereld ;-)

Alice Springs - hier ziet Australië er eindelijk uit, zoals men zich het voorstelt; oneindige vlaktes, veel zand, verdorde vegetatie, ... en heet... Eenmaal aangekomen in het hostel heb ik me meteen door een Fransman en een Duitse over laten halen een didjeridoo-workshop te bezoeken. In het begin vroeg ik me af waarom we allemaal plastic bordjes onder onze didjeridoos hadden liggen. Na een half uur 'spelen' (min of meer succesvol in een mega-rietstengel blasen op zoek naar het juiste geluid) begreep ik waarom; grappige, kleine plasjes van speeksel. Uhm... Nou ja, het was in ieder geval leuk om te doen. Hierna zijn we nog naar het museum van de Royal Flying Doctor Service gegaan (in Nederland bekend van de hit-serie in de jaren '80). In de verafgelegen gebieden reizen de artsen namelijk per vliegtuig, heel cool.

De volgende dag heb ik een fiets gehuurd en heb zo Alice Springs en omgeving verkend. Zo heb ik onder andere een zweetopwekkende rit naar het Desert Park (en terug, phoe) gemaakt, maar desondanks de 42 graden was het absoluut de moeite waard. In het park was er een Aboriginee die veel over het overleven in de woestijn heeft verteld; hoe je water vindt, hoe je een boemerang gebruikt, welke planten je kunt eten, waar de lekkere mieren zich verstoppen, enzovoort. 's Middags ben ik naar het oude telegraafstation en de 'bron', waar Alice Springs haar naam aan te danken heeft, gefietst. Of beter gezegd, heb ik de fiets door het diepe zand geduwd en over rotsblokken gedragen. Toen ik 's avonds met een knalrood gezicht weer bij het hostel aankwam, heb ik 10 dollar korting gekregen op de huur van de fiets, omdat de dame van de verhuur zo onder de indruk was van het feit dat ik echt de hele dag op de fiets heb gezeten.

De volgende ochtend vertrok de zesdaagse tour, die me van Alice door de Outback naar Adelaide zou brengen. Die eerste dag zijn we naar Kings Canyon gereden en zijn we (natuurlijk weer in de volle hitte midden op de dag) de steilen rotswand naar boven geklauterd. Het was goed dat het gave uitzicht alle moeite goedmaakte. 's Avonds hebben we bij zonsondergang DE beroemde rode rots Uluru (of Ayers Rock) gezien en de volgende morgen weer bij zonsopkomst. Echt indrukwekkend vond ik hem eigenlijk pas nadat we er helemaal omheen gelopen zijn. Als er geen wind is, kan je de rots op klimmen. De Aboriginees zijn daar echter niet echt blij mee, want Uluru heeft voor hen een heilige staat en de klim is relatief gevaarlijk. Toen wij er waren waaide het hard en was de klim gesloten. Een idiote Japanner is echter toch omhoog geklommen en toen hij weer beneden kwam kon hij meteen een boete van 5000 dollar betalen wen werd hij het Nationaal Park uitgegooid. Behoorlijk dom, maar interessant voor alle omstanders... Aansluitend hebben we de derde grote attractie van het 'Red Centre' bezocht; Kata Tjuta (of de Olga's), een groep van rotsheuvels die ook heilig zijn.

Die avonds werd onze oorspronkelijke 20-koppige groep sterk verkleind, omdat de meesten slechts een tweedaagse tour geboekt hadden en weer naar Alice teruggingen. Er bleef een kleine, leuke groep van acht mensen over (twee Engelsen, twee Ieren, drie Duitsers en een Italiaanse), plus de buschauffeur. Tijdens een grootschalige goon-vernietigingsaktie hebben we elkaar pas goed leren kennen. 'Goon' is de naam die men hier geeft aan niet al te beste, gemixte wijnen, die veelal in kartonnen dozen van vier liter verkocht worden. ;-) Blijgemaakt door de wijn, lagen we die avonds in onze swags (een slaapzak-matras combi van canvas) en bekeken we de ongelofelijke sterrenhemel met zijn vele vallende sterren (tenminste, ik ben van mening dat het echte vallende sterren waren en niet onze fantasie).

De volgende dag hebben we honderden kilometers afgelegd, maar behalve de chauffeur hinderde dat niemand. We hadden namelijk allemaal een volledige rij stoelen om op te liggen slapen! 's Avonds kwamen we aan in het gekke woestijnstadje Coober Pedy. Hier leven de meeste mensen in ondergrondse huizen, omdat het buiten vaak veel te heet is. Coober Pedy is een opaalmijnstad. 90% van al de opalen ter wereld worden in deze plaats gevonden. In de stad zeld is het graven van mijnen inmiddels verboden, maar mensen zijn vernuftig; ze 'renoveren' hun huizen, graven nog een paar extra kamers uit en hatsikiedee, ze vinden weer opalen. We hebben een oude mijn bezichtigd en men heeft ons uitgelegd hoe je de stenen herkent en bewerkt. Naar men zegt wonen er in dit stadje ook een flink aantal criminelen, want als je wil verdwijnen is dat hier heel makkelijk te doen. Het politiebureau is de afgelopen jaren vier keer opgeblazen... Wij hadden het in ieder geval naar ons zijn in Coober Pedy. We hebben overigens ook ondergronds geslapen, wat erg cool was!

Op weg naar het zuiden zijn we gestopt bij Lake Hart, één van de vele zoutmeren in de woestijn. Het is echt indrukwekkend, je ziet alleen maar wit, waar je ook kijkt. Uit nieuwsgierigheid hebben we meteen wat van het zout geprobeerd, bah, echt zout. Pas later vertelde onze chauffeur dat het hele gebied tussen Coober Pedy en Lake Hart verboden terrein is, vanwege atoomproeven uit de jaren '50. Oeps... De lange busrit eidigde die dag in een klein, schattig stadje met de naam Quorn. 's Avonds hebben we typisch Australische vleesspecialiteiten op de grill gelegd; kangoeroe-steak, emoe-burgers en kameel-worstjes. Kameel heeft me niet zo overtuigd, maar verder: mmmmm!

Quorn ligt in de buurt van het Flinders Ranges Nationaal Park, welke we de volgende dagen bezocht hebben. Het was echter niet makkelijk er te komen, omdat er steeds kangoeroes over de weg sprongen en vogels onze voorruit van dichtbij bekijken wilden... We hebben een leuke wandeling door Wilpena Pound gemaakt en hebben een verlaten schapenboerderij uit de 19e eeuw gezien.
In Quorn hebben we de plaatselijke 'pub' met onze aanwezigheid opgevrolijkt, wat er voor zorgde dat we de volgende ochtend allemaal een kater hadden en erg stil waren. Op onze laatste wandeling door de Flinders, de 'Dutchman's Stern' op (waanzinnig mooi uitzicht), hebben we amper iets tegen elkaar gezegd. Dat veranderde echter plotsklaps, toen we twee uur later bij één van de vele zuid-Australische wijnhuizen een proeverij hadden en ons het assortiment goed lieten smaken, hi hi. Doordat het hoofdzakelijk de Duitse immigranten waren die wijn naar dit deel van het land brachten, hebben ze zelfs ongewone dingen als Gewürztraminer. Korte tijd later kwam ons jolige gezelschap aan in Adeliade, waar we nog een leuke avond hadden met zijn allen. Op mijn laatste dag 'alleen' heb ik de stad en enkele van zijn leuke musea bekeken, voordat ik met de nachtbus naar Melbourne gegaan ben.

's Ochtend in alle vroegte, het was zelfs nog donker, zagen we elkaar weer op het Southern Cross busstation, jippie! In Melbourne konden we bij Jaspers's vrienden Ric en Jen logeren, bij wie Jasper de voorgaande twee weken doorgebracht had en bij wie hij tijdens zijn vorige reis ook al meerdere keren verbleef. Als bedankje voor de gastvrijheid hebben we voor hen en (ex-)huisgenoten Tonie en Tenille gekookt. Met een vijfgangenmenu hebben we laten zien wat we bij onze kookcursus in Chinag Mai geleerd hadden. Mjam mjam.
De volgende dagen heeft Jasper Wibke rondgeleid door Melbourne; centrum, Flinders Street Station, Chinatown, Fitzroy, Carlton, Queen Victoria Market... Vanaf de 88e verdieping van de Eureka Tower hadden we tenslotte nog een gaaf uitzicht over alles. Op een zeer regenachtige dag hebben we met Alex en Anna afgesproken, twee Engelsen van Wibke's tour, wat heel gezellig was. Op onze (voor)laatste avond in Melbourne hielden Ric en Jenni een afscheidsfeest voor ons en daar had Wibke eindelijk de kans veel mensen uit Jasper's verhalen persoonlijk te leren kennen.

Voor onze laatste uitstapje in Australië konden we Ric en Jenni's auto lenen. We zijn naar de Grampians gegaan, een zandstenen gebergte waar je geweldig kan wandelen. Op weg daarheen kwamen we overigens langs een bord waarop stond dat we door de 'Berlin Gold Fields' reden :-) Eenmaal in de Grampians hebben we verspreid over drie dagen verschillende wandelingen gemaakt naar de Balconies, McKenzie Falls, de Pinnacle, de Gulgurn Manja shelter (eeuwenoude Aboriginal kunst) en de absoluut mooiste en vermoeiendste van dit lijstje; omhoog (en weer terug omlaag) naar Briggs Bluff.
Ter afsluiting zijn we twee dagen op Willaroo geweest. Willaroo is het stukje land, ten westen van de Grampians, van Jasper's vrienden Wally en Tonie, die daar met hun zoons Charlie en Andrew wonen. Eigenlijk wilden we maar één dag blijven om vervolgens via de Great Ocean Road terug te rijden, maar we hadden het zo naar ons zin dat we besloten om nog een nachtje te blijven en de Great Ocean Road tot een volgend bezoek aan Australië uit te stellen ;-) Wally is een super gastheer en hij heeft ons met zijn kookkunsten heerlijk verwend. Helaas konden we niet langer blijven en moesten we terug naar Melbourne.

Onze (werkelijk) laatste avond in Australië hebben we met Ric, Jenni en hun neefje Jake, doorgebracht in een pub waar eerdergenoemde Charles Jenkins een optreden had. Voor Wibke was het de eerste keer dat zij Chuck live zag, maar doordat ze de laatste week de nieuwe cd inmiddels al zo vaak gehoord had, klonken de liedjes toch bekend.

Zoals altijd gaat de tijd veel te snel voorbij. Na bijna twee maanden Australië moeten toch echt afscheid nemen, maar we weten nu al: wij komen terug!

Maar nu eerst nog een weekje Thailand, voordat we echt terug komen naar Europa.

Tot snel!

Jasper en Wibke

-------------------------

Nach einem Monat Ostkueste war es an der Zeit den Palmen und Straenden Good Bye zu sagen und fuer fast zwei Wochen mal getrennte Wege zu gehen. Sozusagen Urlaub im Urlaub ;-)

Jasper ist morgens von Cairs nach Melbourne geflogen und Wibke ein paar Stunden spaeter nach Alice Springs. Weil Jasper auf seiner Australien-Reise vor zwei Jahren schon von Alice Springs durch das Outback nach Adelaide gereist ist, wollte er lieber seine ganzen Freunde in Melbourne besuchen, zur CD-Praesentation (Charles Jenkins and the Zhivagos, Blue Atlas) seines Bekannten Chuck gehen und - ganz wichtig - den F1 Grand Prix in Melbourne nicht verpassen.

Wibke allein in der grossen weiten Welt :-)

Alice Springs - hier sieht Australien endlich so aus, wie man sich Australien so vorstellt: unendlich Weiten, viel Sand, ausgedoerrte Vegetation, ... und heiss... Im Hostel angekommen hab ich mich sofort von einem Franzosen und einer Deutschen zu einem Didgeridoo-Workshop ueberreden lassen. Am Anfang hab ich mich gewundert, welhalb wir Plastikteller unter unsern Didgeridoos hatten. Nach einer halben Stunde 'spielen' (= mehr oder weniger erfolgreich in dieses Mega-Rohr pusten auf der Suche nach dem richtigen Sound) hab ich dann kapiert wieso, lustige kleine Spucke-Seen.... Ahaem, naja, jedenfalls hat es Spass gemacht. Danach sind wir ins Museum des Royal Flying Doctor Service gegangen. In die abgelegenen Gebiete kommt der Arzt naemlich per Flugzeug, sehr cool.

Am naechsten Tag habe ich mir ein Fahrrad geliehen und habe Alice Springs und Umgebung erkundet. Unter anderem habe ich eine schweisstreibende Fahrt zum Desert-Park (und zurueck, puh) hinter mich gebracht, aber trotz 42 Grad war das doch absolut die Muehe wert. Im Desert Park war ein Aboriginee, der ganz viel ueber das Ueberleben in der Wueste erzaehlt hat, wie man Wasser findet, wie man den Boomerang benutzt, welche Pflanzen man essen kann, wo sie die leckeren Ameisen verstecken, usw.. Nachmittags bin ich zur alten Telegraph-Station und zur 'Quelle', der Alice Springs ihren Namen verdankt, geradelt (naja, besser gesagt: Rad durch den tiefen Sand geschoben und ueber Felsen getragen). Als ich dann abends mit lila Gesicht wieder im Hostel ankam, habe ich 10 Dollar Rabatt fuer die Fahrradmiete bekommen, weil die Frau von Fahrradverleih so beindruckt war dass tatsaechlich mal jemand den ganzen Tag Fahrrad faehrt.

Am naechsten Morgen ging sechstaegige Tour los, die mich von Alice durch das Outback bis nach Adelaide bringen sollte. Am ersten Tag sind wir zum Kings Canyon gefahren und (natuerlich wieder in der Mittagshitze) die steilen Felsen nach oben gekraxelt. Nur gut, dass die tolle Aussicht einen fuer alle Muehen entschaedigt. Abends haben wir DEN beruehmten roten Felsen Uluru (oder Ayers Rock) im Sonnenuntergang gesehen und am naechsten Morgen noch mal im Sonnenaufgang. Richtig beindruckend fand ich ihn aber erst, als wir einmal ganz um ihn herumgelaufen sind. Man kann auf den Berg raufklettern, wenn kein Wind ist. Allerdings freuen sich die Aboriginees nicht besonders darueber, weil es fuer sie eine heilige Staette ist, und es ist relativ gefaehrlich. Als wir dort waren, war es windig und der Aufstieg deshalb geschlossen. Ein verrueckter Japaner ist trotzdem hochgeklettert. Als er wieder unten war durfte er 5000 Dollar Strafe zahlen und wurde aus dem Nationalpark rausgeschmissen. Ziemlich dumm, aber interessant fuer alle Umstehenden... Anschliessend haben wir die dritte Attraktion im 'Red Center' besichtigt, Kata Tjuta (oder die Olgas), eine Gruppe von Inselbergen, ebenfalls heilig.

Abends hat sich unsere ursprueglich 20 koepfige Gruppe stark verkleinert, da die meisten Leute nur 2 Tage gebucht hatten und wieder nach Alice Sprigs zurueckgekehrt sind. Es blieb eine nette kleine Gruppe von unserem Busfahrer und 8 Leuten (zwei Englaeder, zwei Iren, drei Deutsche, eine Italienerin) uebrig. Waehrend einer grossangelegten Goon-Vernichtungsaktion haben wir uns auch gut kennengelernt. Goon, so nennt sich hier der Panschi-Panschi-Wein in den 4 Liter-Behaeltern... ;-) Weinselig im Swag (Schlafsack-Matratzen-Kombi) unterm freien Himmel liegend konnten wir den unglaublichen Sternenhimmel beobachten und Sternschnuppen sehen (zumindest bin ich der Meinung, dass es echte Sternschnuppen waren und nicht unsere Phantasie).

Am naechsten Tag haben wir hunderte von Kilometern im Bus zurueckgelegt, aber bis auf unseren armen Busfahrer konnte das niemanden stoeren. Wir hatte jeder eine Reihe Bussitze zum Schlafen! Abends kamen wir in der verrueckten Wuestenstadt Coober Pedy an. Hier leben die meisten Menschen in unterirdischen Hausern, weil es draussen viel zu heiss ist. Coober Pedy ist eine Opal-Minen-Stadt. 90% aller Opale auf der Welt werden in Coober Pedy gefunden. In der Stadt selber sind Minen inzwischen verboten, aber die Leute haben einen netten Trick: sie 'renovieren' ihre Haeuser, bauen noch ein weiteres Zimmer an, und schwupps finden sie wieder Opal. Wir haben eine alte Mine besichtigt und uns erklaeren lassen wie man Opal erkennt und bearbeitet. Hier wohnen angeblich auch jede Menge Kriminelle, denn wenn man verschwinden moechte, kann man das ganz einfach. Die Polizei-Station wurde in den letzten Jahren vier mal in die Luft gesprengt... Aber naja, wir hatten auf jeden Fall Spass in Coober Pedy. Geschlafen haben wir uebrigens auch unterirdisch, das war echt cool!

Auf dem Weg weiter nach Sueden haben wir bei Lake Hart, einem der vielen Salzseen in der Wueste gestoppt. Das ist echt beeindruckend, man sieht nur noch weiss, wohin man auch guckt. Aus Neugier haben wir gleich was von dem Salz probiert, ieh, tatsaechlich Salz. Spaeter hat unser Busfahrer uns dann erzaehlt, dass das ganze Gebiet zwischen Coober Pedy und Lake Hart Sperrgebiert ist, wegen der Atomwaffentests in den 50ern. Uups... Geendet hat unsere lange Busfahrt in einer kleinen niedlichen Stadt namens Quorn. Abends haben wir typisch australische Fleischspezialitaeten auf den Grill gelegt: Kaenguruh-Steak, Emu-Burger und Kamel-Wurst. Das Kamel hat mich nicht so ueberzeugt, aber sonst: mmhhh.

Quorn liegt in der Naehe des Flinders Ranges Nationalparks, den wir am naechsten Tag besucht haben. Dort hinzukommen war etwas schwierig, weil staendig Kaenguruhs ueber die Strasse gehuepft sind und Voegel unsere Windschutzscheibe besichtigen wollten... Wir haben eine tolle Wanderung durch Wilpena Pound gemacht und eine verlassene Schafsfarm aus dem 19. Jahrhundert gesehen.
In Quorn haben wir das oertliche Pub mit unserer Anwesenheit aufgeheitert, was dazu fuehrte, dass wir am naechsten Morgen alle recht still und verkatert waren. Auf unserer letzten Wanderung durch die Flinders hinauf auf 'Dutchman's Stern' (wahnsinnig tolle Aussicht!) haben wir recht wenig gesprochen. Das aenderte sich aber schlagartig, als wir uns zwei Stunden spaeter auf einem der vielen Weingueter Suedaustraliens durchs Sortiment geschmeckt haben, hihi. Weil es hauptsaechlich die deutschen Einwanderer waren, die den Wein nach Suedaustralien gebracht haben, hatten sie sogar so ausgefallene Dinge wie Gewuerztraminer. Kurze Zeit spaeter landete unsere lustige Truppe in Adelaide, wo wir noch einen weiteren schoenen gemeinsamen Abend hatten. An meinem letzten Tag alleine habe ich mir noch Adelaide und seine tollen Museen angeguckt, bevor ich mit dem Nachtbus nach Melbourne gefahren bin.

Frueh morgens auf dem Busbahnhof Southern Cross haben wir uns wiedergesehen, jippie! In Melbourne konnten wir bei Jaspers Freunden Ric und Jenny wohnen, bei denen Jasper die letzten zwei Wochen verbracht hat und schon vor zwei Jahren immer mal wieder gewoht hat. Als Dankeschoen haben wir fuer die beiden und (Ex-)Mitbewohner Tonie und Tenille gekocht. In einem fuenfgaengigen Menue haben wir gezeigt, was wir bei unserem Kochkurs in Thailand gelernt haben. Mjam mjam. In den naechsten Tagen hat Jasper Wibke Melburne gezeigt. Zentrum, Flinders Street Station, Chinatown, Fitzroy, Carlton, Queen Victoria Market, .... Vom 88. Stockwerk des Eureka-Tower hatten wir zum Schluss noch mal eine tolle Aussicht auf alles. An einem sehr regnerischen Tag haben wir uns in St. Kilda mit Anna und Alex getroffen, den zwei Englaendern von Wibkes Tour. Am (vorerst) letzten Abend in Melbourne haben Ric und Jenny ein Abschiedsfest fuer Jasper organisiert und Wibke hatte endlich Gelegenheit die ganzen Leute aus Jaspers Geschichten persoenlich kennen zu lernen.

Fuer unseren letzten grossen Ausflug haben wir uns Ric und Jennys Auto geliehen und sind in die Grampians gefahren. Das ist ein Sandsteingebirge, wo man phantastisch wandern kann. Auf dem Weg dorthin kamen wir uebrigens an einem Schild vorbei: Historic Berlin Goldfields :-) In den Grampians haben wir mehrere Wanderungen gemacht, zu den Balconies, McKenzie Falls, Pinnacle, Gulgurn Manja Shelter und die absolut schoenste und anstrengenste hoch zum Briggs Bluff.
Zum Schluss sind wir fuer zwei Tage auf Willaroo gewesen. Willaroo ist ein Landgut westlich der Grampians, was Jaspers Freunden Wally und Tonie gehoert, die dort mit ihren Kindern Charles und Andrew wohnen. Eigentlich wollten wir nur einen Tag bleiben und noch einen Tag zur Great Ocean Road fahren, aber wir fanden es dort so toll, dass wir beschlossen haben noch zu bleiben und die Great Ocean Road beim naechsten Australien-Besuch zu sehen ;-) Wally ist ein super Gastgeber und hat uns mit seinen Kochkuensten verwoehnt. Anschliessend sind wir wieder nach Melbourne zurueckgefahren.

Unseren (jetzt wirklich) letzten Abend in Melbourne haben wir mit Ric und Jenny bei ein paar Glaesschen Bier und Live-Music von Chuck verbracht. Fuer Wibke war es das erste Mal live, aber sie hat seine neue CD in den letzten Tagen so oft zu hoeren bekommen, dass ihr alles bekannt vorkam.

Die Zeit geht leider leider viel zu schnell vorbei. Nach fast zwei Monaten in Australien muessen wir nun wirklich Abschied nehmen, aber wir wissen jetzt schon: Wir kommen wieder!!!

Jetzt geniessen wir noch die letzte Woche unserer Reise in Thailand bevor wir nach Europa zurueckkehren!

Bis bald!

Jasper und Wibke

Reacties

Reacties

Liesbeth

Hey Jasper en Wibke,

Heerlijk, zo'n lang verhaal lezen onder werktijd :).
Geniet nog van jullie weekje in Thailand! Het zal weer wennen zijn als jullie terugkomen! Wanneer ben je terug in Berlijn Wibke? Laat maar weten of je met ons mee wil rijden richting Nederland of een tas mee wilt geven.

Groetjes,

Liesbeth

Meike

Ha!
Wow, de avontuurlijke verhalen blijven maar komen! Wat hebben jullie een mooie reis gemaakt :)
Geniet nog van jullie laatste week in Azie!

Hopelijk tot snel. Liefs, Meike

Henriette

Geniet van de laatste weken van jullie reis!! De tijd is echt gevlogen...

Gerbert

Leuk reislog weer. Zo te lezen heeft de alcohol rijkelijk gevloeid! :)

Oh en Jasper, wat heb jij in die tijd allemaal uitgespookt? :P

Phily

Heerlijk om dit verhaal te lezen, toch wel bijzonder, omdat we jullie gisteren nog gezien hebben!
Tot gauw.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!