Op Nieuwjaarsdag zijn we van Laos naar Vietnam gevlogen. We kwamen 's avonds in Hanoi aan en op zoek naar een goedkoop hotel kwamen we in een nieuwjaarsfeest terecht. Blijkbaar viert men op 1 januari 's avonds nog een keerfeest. Er waren in ieder geval heel veel mensen op straat.Het ertussendoormanoevreren met onze grote backpacks (met z'n vijven, we hadden in de bus van het vliegveld naar de stad nog twee Nederlandses en een Engelsman leren kennen) werd steeds moeilijker. Uiteindelijk hebben we onsdoor fietstaxi's door de massa laten transporteren. Dat wasinteressante tocht! En wij warende attractie! Na 30 bijna-botsingenhadden we een van de waarschijnlijk goedkoopste hotels van Hanoi bereikt. We hebben in een slaapzaal, of beter gezegd slaapgang, met 14 bedden geslapen. Eigenlijk waren het rekken met matrassen, zeven naast elkaar, twee boven elkaar, alleen door gordijnen van elkaar gescheiden. Maar na de korte oud-en-nieuw-nacht daarvoor (drie uur) hebben we prima kunnen slapen.

Tijdens onze eerste dag in Hanoi hebben we met de aardige Engelsman Darren, de stad een beetje onderzocht enzijn we ook inhet 'Hanoi Hilton' geweest.Dit isechtergeen hotel, maarde bijnaam van de Hoa Lo gevangenis. In koloniale tijden hielden de Fransen hier hun politieke tegenstanders vast, onder werkelijk erbarmelijke omstandigheden. Later werd de gevangenistijdens de Vietnam Oorlog door de Noord-Vietnamesen gebruikt om Amerikaanse soldaten gevangen te zetten. Onder andereJohn McCain heeft hier een paar jaar 'mogen logeren'.

De foto's in het museum moeten de impressie geven dat de Amerikaanse soldaten onder de allerbeste omstandigheden geleeft hebben, alsof het een vakantie was. Ze konden baskelbal spelen, kippen voeren, kerstboom versieren etc. De reden dat McCain sinds zijn verblijf zijn armen niet meer boven zijn hoofd kan tillen, zal echter een andere zijn...

Het klikte meteen tussen ons enHanoi. Overal zijn kleine winkels en straten enzo ontzettendveel mensen en brommers die door elkaar flitsen. Als mieren in hun nest. Na de rust in Laos konden we van zo'n grote-stad-chaos echt genieten.

Die avond zijn we met een slaaptrein naar Lao Cai vertrokken, een kleine stad helemaal in het noorden van Vietnam, vlakbij de Chineese grens. De coupes en bedden waren buitengewoon goed. Dit was een bevestiging van wat ons in Vietnam meteen opviel: in tegenstelling met Cambodja en Laos heerst in Vietnam welstand. De huizen zijn duidelijk beter (meestal van steen of beton, veel minder van hout of palmbladeren) en er zijn veel minder bedelaars of kinderen diesouvenirs verkopen.

Vanuit Lao Cai zijn we met een bus naar onze bestemming gereist: Sapa, een piepkleine stad in de bergen, die bekentstaatom de vrouwen uit de omliggenden bergdorpen diein het weekend naarde stadkomen om hun goederen op de markt te verkopen en zelf inkopen te doen. Rond de stad liggen overal rijstterrassen. Die moeten echt super gaaf eruit zien als de rijst erin verschillenden nuances van groen op de velden staat. Helaaswaren wij er niet in het goede jaargetijde. De rijstoogst in deze noordelijke regio's is al voorbij en de nieuw rijst wordt hierpas in de lente geplant. Wij kregen dus met water en plantenresten gevuldeterrassente zien, maar zelfs die zijn indrukwekkend.

Op onze tweedaagse trekkingtocht hebben we volop van de natuur kunnen genieten. Tijdens de trek kwamen we door de dorpen van Zwarte Hmong en Rode Dzay. Dit zijn twee van de ethnischeminderheden die hier in de bergen leven. De benaming zwart en rood hebben ze op grond van de kleur van hun kleding gekregen. De mensen zijn heel hulpvaardig, maar zij verwachten dan meestal als tegenprestatie datje souvenirs van hun koopt. Dat kan op den duur best vermoeiend zijn.

Buitengewoon aan Sapa waren niet alleen de mensen en de natuur, maar ook het weer.Het was vssk heel mistig energ koud! Overdag was het de eerste dag slechts 6 graden, 's nachtszeker nog even minder. Dat klinkt voor jullie nu misschien warm (in Berlijn was het rond die zelfde tijdmin 20, jaja), maar als je weken lang door warme regiosgetrokken bent,krijg je toch best een koudeschok, brrr... En zonder winterjas betekende dat veel laagjes kleding over elkaar aantrekken. Dan was het wel te doen.

Na twee verkleumde dagen zijn we weer met de nachttrein terug naar Hanoi gegaan. Helaas kwamen we daar heel vroeg aan, alom 5 uur 's ochtends. Omdat er om die tijd natuurlijk noghelamaal niks te doen is, zijn we rustigmet onze backpacks door de langzaam wakker wordende stad naar ons hotel gelopen. Dat was een mooie 'wandeling',alleen moesten we in het donker wel goeduitkijken niet inhet een of andere gat te stappen. Soms missennamelijk de afdekkingen van de riolen of zijn er gewoon anderen gaten midden in de stoep.

Voordat we inHanoide bezienswaardigheden hebben bekeken die we in geen geval wilden missen, hebben we eerstlekker lang geslapen,uitgebreid geinternet en de rest van de reis gepland. Alseerste gingen we naarhet Mausoleum van Ho Chi Minh. Hoewel deze revolutionair al bijna40 jaar dood is, kun je hem nog steeds in het echt bewonderen. En dat iseen aparte aangelegenheid.Na de security check word je netjes en geordend in rijen van tweeopgesteld en marcheer jein richting vanhet mausoleum (de groep voor ons bleek zelfs met elkaar in de pas te lopen). Overal staan geuniformeerde wachten die de bezoekers op de hele weg door het gebouw begeleiden / bewaken. Zonder te blijven staanloop langzaam je langs de opgebaarde, gebalsemde Ho Chi Minh. Heel apart.Het deed ons beide eigenlijk meteen denken aan een van de attracties in de Efteling, aande keizer in het sprookje van de Japanse Nachtegaal. Je mag binnen de tombe geen foto's maken, maar zoiets als dit moet je eigenlijk ook echt zelf zien en meemaken. Het maakt in ieder geval indruk. Interressant 'detail' is, dat Ho Chi Minh zelf uitdrukkelijk had aangegeven gecremeerd te willen worden, maar zijn laatste wil is dus duidelijk genegeerd.

Na het mausoleum kon je ook nog het huis van 'Oom Ho' bekijken, waar hij woonde en waar vandaan hij de noordelijke republiek bestuurde, alsmede een museum dat geheel aan deze legendarische man gewijd is.

Minder socialistisch, maar zeer geschiedkundig en cultureelverantwoord, waren onze volgende twee attracties:de Tempel der Literatuur en een voorstelling van het Waterpoppentheater. De Tempel der Literatuur is een aan Confucius gewijdde tempel uit de elfde eeuw en is tevens de oudste universiteit van het land. Stenen schildpadden dragen grote tableau's met daarop de namen van de afgestudeerden van welleer. Het Waterpoppentheater was erg cool. Het podium is een groot waterbassin, waarnaast het orkest (van traditionele instrumenten) op een verhoging zit. In het water, voor een gordijn van rieten of bamboe matten, dansen figuren die vanachter de schermen door middel van lange bamboestokken bestuurd worden. Geen idee hoe ze het precies doen, maar het ziet er erg moeilijk en vermoeiend uit.

Uit tijdoverwegingen (oftewel, het gebrek eraan) en vanwege het koele weer, hebben we besloten een van de grootste highlights van Vietnam, Halong Bay,over te slaan. Dat komt de volgende keer wel, ha ha;-) In plaats daarvan zijn we naar Ninh Binh gegaan, wat al op de route naar het zuiden ligt. Het landschap ziet er hier ongeveer het zelfde uit als Halong Bay, met het verschil dat de karsten niet door zee omgeven worden, maar door land en een rivier. Met noemt het daarom ook wel 'Halong Bay op het droge'.

Vanuit Tam Coc hebben we ons op een bootje over die rivier laten roeien. Deze ging ook door een paar natuurlijke tunnels, welke door de natuur door de karsten heen was gemaakt. Behalve dat het behoorlijk fris en nevelig was, was het een leuke trip. Naast de natuur was ook het uithoudingsvermogen van onze roeister opmerkelijk. Naast het roeien, probeerde ze ons ook nog allerlei geborduurde tafellakens en zakjes te verkopen. Aangezien ze niet naar onze smaak waren, heeft Wibke maar het lelijkste zakje gekocht wat we konden vinden. Weer eens een ander soort souvenir.

Hierna zijn verder gefietst, langs vele met water gevulde velden die dus over een tijdje vol zullen staan met rijstplanten. Ons volgende doel was Hoa Lu, de oude hoofdstad van een rijk uit ver vervlogen tijden. De twee tempels die je daar kan bezichtigen zijn, net als de Tempel der Literatuur in Hanoi, heel anders dan de meeste andere tempels die we tot nu toe gezien hebben. Je ziet er duidelijk de Chinese invloed; de boeddha's lachen hartelijk en zijn dikbuikige. Zoals de beeldjes in Chinese restaurants :-)

De volgende keer zullen we jullie berichten over onze reis door Centraal- en Zuid-Vietnam.

Tot snel!

Jasperen Wibke

-------------------------

Am Neujahrstag sind wir von Laos nach Vietnam geflogen. Wir kamen abends in Hanoi an und gerieten auf der Suche nach einem guenstigen Hostel mitten inein Neujahrsstrassenfest. Anscheinend feiert man hier am 1.1. abends auch noch mal, jedenfalls waren wirklich sehr viele Menschen auf den Strassen und das Durchkommen mit unseren grossen Rucksaecken zu fuenft (im Flughafenbus haben wir noch zwei Niederlaenderinnen und einen Englaender aufgegabelt) wurde immer schwieriger. Schliesslich haben wir uns von je einem xai om, einem Fahrradtaxi, durch die Menschenmengen transportieren lassen. Das war eine Fahrt! Und wir waren eine Attraktion! Nach ungefaehr 30 Fast-Zusammenstoessen haben wir dann eins der wahrscheinlich billigsten Hotels Hanois erreicht. Wir haben in einem Schlafsaal, oder besser gesagt Schlafgang, mit 14 Betten geschlafen. Also eigentlich waren das Regale mit Matratzen, sieben nebeneinander, zwei uebereinander, nur mit Vorhaengen voneinander getrennt. Aber nach der kurzen Silvesternacht davor (3 Stunden) haben wirbestens geschlafen.

An unserem ersten Tag in Hanoi haben wirmit dem netten Englaender Darren, den wir im Bus kennengelernt hatten, ein bisschen die Stadt erkundet und waren auch im 'Hanoi Hilton'. Hierbei handelt es sich allerdings nicht um ein Hotel, sondern um den Spitznamen des Hoa Lo Gefaengnisses, wo waehrend des Vietnamkriegs amerikanischen Soldaten gefangen gehalten wurden.Davor wurden dort aufstaendische Vietnamesen von ihren franzoesichen Kolonialherren drangsaliert.Unter anderem sass hier auch John Mc Cain, der Praesidentschaftskandidat der letzten US-Wahl. Auf den Fotos im Museum soll der Eindruck vermittelt werden, dass die amerikanischen Soldaten unter den allerbesten Bedingungen gelebt haben, geradezu ein Urlaubsaufenthalt: Baskelball spielen, Huehner fuettern, Weihnachtsbaum schmuecken, ... Der Grund dass John Mc Cain seit seines Aufenthalts dort seine Arme nicht mehrueberden Kopf heben kann,duerfte allerdings ein anderer sein...

In Hanoi haben wir uns gleich auf Anhiebverliebt. Ueberall kleine Laeden und Strassen und so viele Menschen und Motorraeder die durcheinander wuseln.Nach derRuhe in Laos tat so ein bisschen Grossstadtchaos mal wieder richtig gut.

Am gleichen Abend sind wir mit einem Schlafzug nach Lao Cai gefahren, einer kleinen Stadt ganz im Norden Vietnams kurz vor der chinesischen Grenze. Die Abteile und Betten waren aussergewoehnlich gut und haben uns sofort darauf aufmerksam gemacht, was uns in Vietnam immer wieder auffaellt: Im Gegensatz zu Kambodscha und Laos herrscht in Vietnam Wohlstand. Die Haeuser sind wesentlich besser, meistens aus Stein oder Beton,viel weniger aus Holz oder Palmenblaettern und es gibt viel weniger Bettler oder Kinder, die Souvenirs verkaufen muessen.

Von Lao Cai aus sind wir mit einem Bus zu unserem Ziel gefahren: Sapa, einer winzigen Stadt in den Bergen, die dafuer beruemt ist, dassdie Frauen aus den umliegenden Bergdoerfern am Wochenende nach Sapa kommen um ihre Waren auf dem Markt zu verkaufen und selber einzukaufen. Um die Stadt herum liegen ueberall Reisterrassen. Die muessen echt toll aussehen, wenn der Reis in den verschiedensten Gruentoenen spriesst. Dafuer haben wir allerdings die falsche Jahreszeit erwischt. Die Reisernte in diesen noerdlichen Regionen ist schon vorbei und der neue Reis wird hier erst im Fruehling gepflanzt. Wir bekamen also mit Wasser und Pflanzenresten gefuellte Terrassen zu sehen, aber selbst die sind eindrucksvoll. Auf unserer zweitaegigen Trekkingtourhaben wir die Natur richtig geniessen koennen. Dabei sind wir durchDoerfer von Schwarzen Hmong und Roten Dzay gekommen. Das sind zwei der ethnischen Minderheiten, die hier in den Bergen leben. Die Bezeichnung schwarz und rot haben sie auf Grund ihre Kleidungsfarbe bekommen. Die Menschen sind sehr freundlich und hilfsbereit, erwarten allerdings auch, dass man ihnen Souvenirs abkauft. Das kann auf Dauer ganz schoen anstrengend sein.

Aussergewoehnlich an Sapa waren nicht nur die Menschen und die Natur, sondern auch das Wetter. Es war sehr neblig und aaaarrrrsssccchhhkalt! Tagsueber 6 Grad, nachts sicherlich noch weniger.Das magEuch jetzt warm vorkommen (Berlin letztens minus 20 Grad, jaja), aber wenn man wochenlang in so warmen Gegenden unterwegs war, dann bekommt man einen ganz schoenen Kaelteschock, brrr....Und das ohne Winterjacke, aber wir haben einfachganz vieluebereinandergezogen, dann gings.

Nach zwei durchgefrorenen Tagen sind wir wiederum mit dem Nachtzug nach Hanoi zurueckgefahren. Leider sind wir sehr frueh dort angekommen, um 5 Uhr morgens. Weil um die Uhrzeit einfach gar nichtslos ist, sind wir gemaechlich mit unseren Rucksaecken durch die langsam erwachende Stadt vom Bahnhof zu unserem Hotel gelaufen. Das war ein schoener 'Spaziergang', allerdings muss man im Dunkeln besonders aufpassen, dass man nicht in irgendwelche Loecher tritt. Manchmal fehlen naemlich die Kanalisationsabdeckungen oder sind einfach irgendwelche anderen Loecher mitten im Gehweg.

In Hanoi haben wir unsnach einem Tag ausgiebigen Schlafens, Internettippens und Planens, noch die Sehenswuerdigkeiten angeschaut, die wir auf gar keinen Fall verpassen wollten. Und zwar zu allererst das Ho Chi Minh Mausoleum. Obwohl dieser weltbewegende Revolutionaer schon seit 40 Jahren tot ist, kann man ihn noch immer 'echt' bewundern. Und das istwirklich eine eigenartige Angelegeneheit.Huebsch in der Schlange georndet muss man sichzur Sicherheitskontrolle einreihen. Anschliessend stellt man sich in Zweierreihen auf und marschiert geordnet und etappenweise auf das Mausuleum zu (die Gruppe vor uns schien sogar im Gleichschritt zu laufen...). Ueberall stehen uniformierte Wachen, die die Besucher aufdem gesamten Wegdurch das Gebaeude begleiten/ueberwachen. Ohne stehen zu bleiben schreitet man an dem aufgebahrten, einbalsamierten Ho Chi Minh entlang, der in rotem Daemmerlicht umgeben von vier stocksteifstehenden Wachsoldaten ruht. Huh, regelrecht spannend. Wer von EuchimMaerchenpark Eftelingwar, wird sich sofort an den Kaiser in der Japanischen Nachtigal erinnert fuehlen. Das Fotografieren war aller aller stregstens verboten, aber das ist auch was zum Selbersehen. Esmacht auf jeden Fall Eindruck. Ho Chi Minh wollte uebrigens ausdruecklich verbrannt werden, aber sein letzter Wunsch wurde ignoriert. Nach dem Mausuleum konnte man sich noch das Haus von 'Onkel Ho'und das abgespacte Museum angucken.

Dann wieder auf dem weniger sozialistischen Pfad der Geschichte angekommen haben wirden Tempel der Literatur besichtigt und eine Vorstellung im Wasserpuppentheater angeguckt. Der Tempel der Literatur ist ein Konfuziustempel und gleichzeitig die aelteste Universitaet Vietnams (11. Jahrhundert). Das Wasserpuppentheater war echt cool. Die Buehne ist ein Wasserbecken,das Orchester sitzt neben der Buehne. Im Wasser tanzen Figuren, die unsichtbar aus dem Hintergrund von langen Bambusstaeben gelenkt werden. Keine Ahnung wie die Leute das anstellen, sieht sehr schwierig aus

Aus Zeitgruenden und wegen des kuehlen Wetters haben wir uns entschlossen eines der groessten Highlights in Vietnam, Halong Bay, auszulassen (kommt dann beim naechsten Besuch in Vietnam, haha ;-) Stattdessen sind wir nach Ninh Binh gefahren. Diese Stadt liegt auf unserer Route nach Sueden und die Umgebung sieht der Halong Bays sehr aehnlich, mit dem Unterschied dass die grossen Karstfelsen nicht im Meer liegen sondern entlang eines Flusses und dass es dort wesentlich weniger Besucher hin verschlaegt.

Wir haben uns in einerm kleinen Bootdurch die Felsenlandschaft bei Tam Coc rudernlassen. Ab und zufuehrte der Wasserweg auch durch ausgehoehlte Felsen hindurch. Mal davon abgesehen, dass es recht kalt und neblig war, war das ein richtig schoener Ausflug. Bemerkenswert warneben der Natur auchdie Ausdauer unserer Ruderin, sowohl im Rudern als auch bei den Versuchen ihre bestickten Tischdecken und Beutelchen an den Mann zu bringen. Da sie alle nicht unserem Geschmack entsprachen haben wir auf Spass den haesslichsten aller Beutel gekauft. Mal ein Souvenir der anderen Art. Anschliessend sind wir mit unseren geliehen Fahrraedern uebers Land gefahren, entlang an unzaehligen mit Wasser gefuellten Feldern, wo zu anderen Jahreszeiten Reis angebaut wird. Unser Ziel war die alte Hauptstadt Hoa Lu, wo man zwei alte Tempel besichtigen kann. Die beiden Tempel sind, wie schon der Tempel der Literatur in Hanoi, ganz anders als die Tempel, die wir bisher gesehen haben. Man sieht deutlich die chinesichen Einfluesse und die Buddhas sind lachend und dickbaeuchig. Fast wie im Chinarestaurant ;-)

Beim naechsten Mal werden wir Euch ueber unsere Reise durch Zentral- und Suedvietnam berichten.

Bis bald!

Jasper und Wibke